Blog #32 Spelen met vuur

Gepubliceerd op 23 december 2021 om 15:13

Als ouder heb je de taak (en de enorme drang) om je kinderen te beschermen voor de boze buitenwereld.
Het was weer zo’n dag.
Wat voor een dag? Lees vooral verder..

Manlief komt me een kus geven voordat hij naar zijn werk gaat. Hij vertelt me dat de oudste al beneden zit, en de jongste net aan het ontwaken is. Intens moe kreun ik iets terug. Kak, hoezo ben ik zo moe? Ik heb toch prima geslapen? En zo laat was het nou ook weer niet gisteravond..
Ik hoor de voordeur dichtslaan. Niet veel later voetjes op de trap. Daar komt de oudste. Ik ben zo moe, dat ik hem vertel dat hij naast me mag komen liggen met de IPad. Alles om even rustig te ontwaken (de zoveelste lockdown in Nederland, dus vandaag -en de rest van de week- 2 kids thuis). De oudste doet het aardig naast me in bed. Soms erger ik me aan zijn gedraai, maar hij is in ieder geval stil. De jongste neemt godzijdank zijn tijd om te ontwaken. Elke minuut langer is zo ontzettend waardevol! Welke ouder herkent dat niet…

Dan begint de dag. Best rustig en prima kruipen de eerste 2 uur voorbij. Ontbijt, aankleden, tandenpoetsen en daarna nog boven een beetje spelen zodat ik mezelf ondertussen ook gereed kan maken. Tijdens dat spelen hoor ik iets vallen. Ik loop naar de slaapkamer van de jongste, maar kan op de vloer niets ontdekken dat daar, buiten wat knuffels, niet hoort. We gaan naar beneden. Ik besluit om straks met de kinderen in de auto te stappen en de kleine kerstattenties naar alle docenten van mijn dansstudio te brengen. Snel nog een beetje make-up opdoen boven. Ik loop langs de kamer van mijn jongste en schrik. De complete gordijnrails hangt op half 11. Ik had tijdens mijn vorige zoekactie op deze kamer duidelijk niet omhoog gekeken.. De beugels waar de gordijnrails in hangt steken naar voren, ik zie gruis op de vensterbank én hier en daar een verloren plug. Levensgevaarlijk. Snel haal ik de rails (een stalen buis) eraf en probeer ik de beugels terug te plaatsen. Ik zie dat de muur het zwaar heeft dus besluit dit klusje toch aan manlief over te laten. Balen, maar we moeten door.

Kids de jassen aan laten trekken en in de auto laden. Ruiten bevroren. Ouderwets krabben dus. Na het starten van de motor brandt er direct een lampje. Tank bijna leeg. Grrr. Ik vloek wat binnensmonds. Ik heb recent die tank nog volgegooid, hoe kan dit nou? Op naar het tankstation. Ik sta keurig op mijn beurt te wachten achter een andere auto. Ik klets wat met de kinderen. Op het moment dat de meneer van de auto voor mij instapt en weg wil rijden, zie ik tot mijn grote verbazing dat er een auto voor hem is gaan staan. Die is mooi via de andere kant van het tankstation aangekomen, heeft de auto gekeerd en is zo in z’n achteruit bij de pomp gaan staan. Ik hoor mezelf weer binnensmonds klagen. De rij waar ik in sta, wordt zwaar genegeerd door deze vrouw. Tijdens het tanken ontwijkt ze mijn blik. Trut. Eindelijk ben ik aan de beurt. Ik stap uit om het klepje van de tankdop open te doen. Ik druk. Druk nog eens. Ik druk 10 keer. Dat rotding gaat niet open. Ik voel me bekeken door de rij en raak, wederom, gefrustreerd.
Ik doe het portier open en weer dicht. Ik druk. Ik druk nog eens. Dit is zó niet mijn dag!
Na 3 keer de autoportieren te hebben geopend en weer te hebben gesloten, de automatische vergrendeling te hebben ingedrukt én te vloeken, gaat dat irritante k*tklepje ein-de-lijk open. Ik gooi die tank vol, loop naar binnen -waarbij tot 2 keer toe mijn mondkap van mijn oor afschiet- en betaal. We moeten door.

Het wegbrengen van de kerstattentie verloopt best voorspoedig. Eenmaal thuis, leg ik de jongste in bed om de oudste klaar te maken voor de zwemles. Mijn moeder komt dan even oppassen. Omdat ik niet meer mee naar binnen mag bij het zwembad, ga ik ondertussen snel even boodschappen doen. Dan laat mijn moeder weten dat de jongste niet gaat slapen. Hij moppert of huilt niet, maar slapen doet ie ook niet. “Laat hem maar liggen”, is mijn besluit. Ondertussen ga ik in de supermarkt -waar ik niet vaak kom- op zoek naar de eieren. Dan laat mijn moeder weten dat mijn zoon heeft besloten om zijn slaapzak uit te doen en naast zijn bed te gooien. Top. Door de prikkels die ik via de telefoon krijg, heb ik nog niet direct door dat ik al 4 rondjes zinloos op zoek ben naar die eieren. Wat een grote supermarkt. “Doe zijn slaapzak maar achterstevoren aan en wacht maar weer af of hij nu wel gaat slapen”. Ondertussen begin ik aan mijn 8e rondje, maar kijk ditmaal wel bewust in de schappen. Gevonden. Op naar de zelfscan. Een rij. Een beetje gespannen -de zwemles duurt nu maar een half uur i.v.m. corona- sta ik te wachten. De ene assistent na de andere wordt opgeroepen. Is dat zelfscannen nou zo moeilijk, mensen? Godzijdank staat er ook een jonge gozer die het principe wel snapt. Na hem mag ik. Daarna snel de auto in en terug naar het zwembad. Na het scannen van de QR-code mag ik daar naar binnen. Ik draag niet vaak een bril, maar vandaag wel. Die beslaat natuurlijk bij de eerste stap die ik in dat gebouw zet. Schoenbeschermers aan, kind afdrogen en in zijn onesie steken want we moeten door.

Eenmaal thuis blijkt dat de jongste inderdaad geen oog meer heeft dichtgedaan, dus die halen we maar naar beneden. Dan ga ik koken. De spinazie en eieren staan op het vuur. Ik roer met mijn rechterhand in de achterste pan en houd met mijn linkerhand de pan vast. Dan schrik ik me wild. In mijn ooghoeken zie ik vlammen. Niet in de pan, maar op mijn mouw. Ik sta in brand! Ik sla en klop direct op mijn arm om de vlammen te doven. Eindresultaat, een enorm stuk weggeschroeide mouw. Geen pijn, godzijdank.

Daarna gelukkig nog iets leuks vandaag: het kerstpakket van mijn man uitpakken. Daarna leg ik de kids in bed en gaat hij aan de studie. Ik rijd nog even naar een vriend voor wat koffie en wijn om deze dag te laten bezinken. Daar tik ik bij het parkeren nog even een andere autospiegel aan om vervolgens neer te ploffen op de bank. Als ik weer naar huis ga, hoor ik mezelf de legendarische woorden zeggen: “Als ik nu zonder kleerscheuren thuiskom, heb ik deze rotdag in ieder geval goed afgesloten”. Ik rijd weg uit het parkeervak en ram met de achterkant van mijn auto tegen een grote rode puincontainer. Ik bel mijn vriend. Hij hoorde de klap binnen. Ik lach en huil wat door elkaar en rijd vol ongeloof naar huis.

 

Dus wat hebben we geleerd? Je kunt je kinderen beschermen voor alles, maar vergeet jezelf niet.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Anne-Miek
3 jaar geleden

Gelukkig ben ik dus de enige niet die zulke dagen heeft.👍😉

Maak jouw eigen website met JouwWeb